zaterdag 31 mei 2014

Kapellekes canyons en casematten

Van Jausiers naar St-Paul-sur-Ubaye is maar een kort stuk langs de grote weg. Maar saai, zo saai. Ik koos voor een panoramische route zo'n 500 a 800m hoger.
Het eerste stuk bleek de kapellekesweg te zijn, le circuit des chapelles. Ik koos een paar keer een doodlopend pad. Een familie van drie locals kreeg compassie met mij en legde uit waar ik op moest letten. En welke paden op de kaart in het echt niet bestaan en omgekeerd. Handig zo'n gesproken wandelkaart.
Prachtige uitzichten op de canyon van de Ubaye (op een punt 1600 m diep). En de canyon van zijn zijrivier de Parpailon kwam beter en beter in zicht. Ergens door die immense rotswand zou een pad lopen??? 
Na een twijfelmoment (dat werd weggewerkt met een heerlijke baguette met kaas) begon ik er toch maar aan. De gesproken wandelkaart zei dat alles OK zou zijn. En beetje bij beetje ontdekte ik het pad dat vernuftig rotsrichels en kleine beboste stukjes van de canyonwand aaneenreeg. Mooi!
Het laatste stuk liep langs een reeks forten. Tussen 1880 en 1940 voerden Italië en Frankrijk langs de grens een soort koude oorlog waarbij het erop aankwam om steeds hoger gelegen forten met steeds zwaardere kanonnen te bouwen. Nu interessante ruïnes.
Allemaal defensief. Geen van beide landen had ooit een concreet plan om de ander aan te vallen.
Toen Mussolini in juni 1940 de opdracht gaf om Frankrijk aan te vallen (Frankrijk dat -/+ op punt stond om zich over te geven aan Duitsland) dan moest dat met een leger dat helemaal op verdediging was ingesteld, met een legerleiding die moest improviseren, waarin niemand ooit had nagedacht (laat staan er materiaal voor voorzag of soldaten voor getraind) hoe de Franse forten moesten uitgeschakeld worden. Het werd één grote flop.
Tiens - in juni 1940 was erg koud met s' nachts tot -20. Dan valt het nu reuze mee !
De gite van St-Paul is de eerste in de reis die behoorlijk vol zit. Wat een hectisch gedoe met 15 man aan tafel!

vrijdag 30 mei 2014

Close encounters of the third kind

Vandaag echt de Ubaye in. Bayasse ligt nog in een verre uithoek maar vandaag ging het naar Jausiers. Er zijn verschillende routes mogelijk; ik koos voor die over de Col de Restefond.
De Col de Restefond (Cime de la Bonette) is goed gekend bij wielrenners en auto/mototoeristen, omdat de hoogste verharde weg van Europa er passeert. Het is een speciaal geval. Bij een normale col gaat de weg tussen twee bergtoppen door. Hier op de Restefond volgt ie kilometers lang de kamlijn dus parallel met de bergtoppen ipv er tussendoor. De weg is sinds een week open voor verkeer. De verse sneeuw van gisterenavond maakte alles echt prachtig. De motards en autotoeristen moeten vreemd gekeken hebben toen er plots een wandelaar uit het witte decor opdook op hun zwarte asfaltlijn.
De afdaling volgde de lange vallei langs Lac de Sagnes. Met een paar herinneringen van een behoorlijke poos geleden.
Het Lac de Sagnes is een hoogveen, eerder uitzonderlijk in de Alpen. Het begon toen net de regenen. Die combinatie deed me uiteraard terugdenken aan Schotland en aan mijn wandelbuddy van toen, die me inwijdde in een superflexibele en geïnspireerde vorm van wandelen waar je je steeds aanpast aan wat er onderweg gebeurt of te zien is.
Het aankomen in de bijna stedelijke drukte van Jausiers ging gelukkig heel geleidelijk. En toevallig ook langs de favoriete plekjes en het huisje van een familievakantie toen ik 14 was. Nooit terugkomen naar een plek met echt mooie herinneringen, zeggen ze. Dat was hier ook zo. Het spookdorp l'Ubac waar we toen de gezelligste barbecues ooit deden, is grotendeels omgevormd tot een intensieve schapenvetmesterij.
PS voor mensen in de bouw met projecten die vertraging oplopen: tussen de opdracht door Napoleon III in 1860 en de afwerking van de pasweg ... zit een eeuw! De eindafwerking was voor 1964 maar 2 jaar ervoor was het er al goed genoeg voor de Tour de France.

donderdag 29 mei 2014

Ad astra per angusta

Met deze etappe steken we een duidelijke grens over. St-Etienne de Tinee ligt in het achterland van Nice, de Alpes Maritimes. Toch altijd een beetje zeegericht. En nog maar 150 jaar Frans en ervoor Italiaans en dat merk je. Bayasse ligt al net in de Ubaye. Dat zijn echte bergen dus. In de Alpes de Haute Provence. Al vele eeuwen Frans.
Benieuwd hoe zich dat zal laten voelen langs de tocht?

Opnieuw een heel mooie etappe. En weer al eens geluk gehad met de regen, die netjes wachtte tot ik in de gite was.

"Ad astra per angusta" is het devies van een lokale heer dat ik de voorbije week op fresco's op een oud huis zag. "De sterren bereik je langs lastige ravijnen".  Of als je wil, de meer spirituele versie: de weg naar de hemel is smal en bochtig.

Hier in Bayasse krijgt het wel een aparte betekenis. Het enige wat ik er van zag was een lange oranje kabel. De uitleg kreeg ik in de gite. Een prof uit Nice test hier het concept uit van de hypertelescoop. Daarvoor had ie een afgelegen stuk vallei nodig die én smal moest zijn én een bodem die zo goed mogelijk een cirkelboog vormt. Als zijn concept werkt (en waarom zou het niet - iets dergelijks bestaat al voor radiotelescopen) dan zou deze methode toelaten om een telescoop te bouwen die veel krachtiger is dan de Hubble en dat voor maar enkele % van de kostprijs.
Om de sterren goed te kunnen bekijken heb je een smalle vallei nodig.

woensdag 28 mei 2014

Dju-de-dju, da ga nie gaan

De etappe van Roya naar St-Etienne de Tinèe was kort. Na de lange etappe van gisteren was een rustpauze meer dan welkom. En vooral: er moest eens gewinkeld worden en wat gites geboekt.
Het contrast tussen Roya en Auron (halfweg) is gigantisch. Roya heeft nog 6 permanente inwoners. In 1946 gingen er 20 kinderen naar de lagere school. De huizen vervallen of zijn omgebouwd tot weekendhuisjes. De akkertjes zijn nu eens niet verwilderd maar allemaal omgevormd tot hooiweide. Auron echter is een typisch Frans skistation. Hier en daar staat tussen de betonnen blokkendozen nog zo'n oude hooischuur als in Roya. In de tijd dat die schuur gebouwd werd waren beide gehuchten even groot. Voor de rest is Auron een en al bouwwoede. En een grote supermarkt, want die had ik net nodig.
De hele vooravond ging op aan bellen, stafkaarten bekijken, brainstormen met de gerant van de gite, babbel met skiërs die hier al enkele dagen alles verkennen,... Geen enkel voorstel werkt. De gites zijn nog dicht of bestaan niet meer of de passen liggen hoger dan 2400 m waar er met de verse sneeuw die iedere avond bijvalt een veel te onstabiele situatie is. Patstelling à la Gerard Vermeersch. Dju-de-dju - de Kwaremont - ie ligt open, mijnhere !
Ik maakte me mentaal al klaar voor een dagje autostop.
Zoals gewoonlijk komt de ideale oplossing vanzelf als je alles even echt loslaat. Eens ik ze zag was alles in 5 min geregeld. Ikke blij. Zó blij.
Vanaf morgen verlaten we dus de GR5 voor één van z'n vele varianten de GR56.
Ontmoeting van de dag: een vos die op een paar meter voorbijwandelde net na m'n middagsiësta. 

Witter dan wit

Roure - Longon - Col de Crousette - Roya.
De langste etappe tot nu toe. De hele tijd het weer in de gaten houden. En zodra het slecht zou (!) worden één van de vier ontsnappingsroutes pakken die me snel naar de vallei zouden brengen.
Het was niet nodig. De regen / onweer / verse sneeuw bleven uit tot ik net de gite binnen was. Dat wordt een goede gewoonte. Een machtig mooie tocht, met schitterend zicht op de mistige vallei van de Tinèe en de witgepleisterde toppen. Met een kale hoogvlakte met miljoenen (letterlijk!) krokussen. Met een dorpje te midden van gele rotstorens vol gaten en grotten. Met pittige stukjes sneeuwgraat van waarop je neerkijkt op de eindeloze groene heuvels van de Provence.
En een eenzaamheid en leegte en puurheid die aan Patagonië of Mongolië doen denken. (Gewoon een maand vroeger op reis gaan - spaart een pak geld en een jetlag uit). 
Natuurlijk: niets is voor niets. De brug net voor Roya lag nog niet terug. Iedere winter worden de bruggen die zouden kunnen wegspoelen of onder een lawine raken, netjes afgebroken. De sneeuwbruggen zagen er niet solide meer uit. Dus dat werd waden.
Gisteren en vandaag : elk op hun manier twee goede gites. Die van Roure is van de gemeente. Helemaal gerenoveerd en alles wat je als wandelaar nodig hebt (in mijn geval: een wasmachine) in de prijs inbegrepen. En hier in Roya in het oude schooltje: perfecte ontvangst ondanks dat ik de enige gast ben. Heerlijk.
Grappigste moment van de dag: op de Col de Moulines lig ik rustig in het gras. Plots breekt de zon door. 20-30 seconden later zijn er overal identieke vliegjes actief. Terug een wolk voor de zon en de vliegjes verdwijnen weer. De zon breekt terug door: één en al vliegjes. Wolk: allemaal weer weg.

Fort met uitzicht

Na bijna een week kom ik in St Dalmas Valdeblore eindelijk op de officiële GR5. Tot nu volgde ik losjes de GR52 die een stuk ruiger en interessanter is. Langs Rimplas en St Sauveur ging het naar Roure.

Rimplas en Roure zijn beide van die arendnestdorpen (typisch voor de Alpes Maritimes) die hoog boven de vallei tegen de helling geplakt zitten. Rond het dorp: allemaal terrassen, ooit voor landbouw, die jaar na jaar meer verwilderen. Zelfs de olijven worden niet meer geoogst maar liggen met duizenden onder oude olijfbomen.
Beide dorpen liggen naast een rotspiek waar in de middeleeuwen een burcht op stond. Die zijn al lang verdwenen. Nu zijn dat fantastische uitzichtspunten. In Roure hebben ze er een nepruïne gebouwd. Heerlijk romantisch. De piek bij Rimplas is net voor WO2 omgebouwd tot een gigantisch Maginot-fort. Een stuk luguberder.

Net op tijd in de gite binnengeraakt voor het regenfront overkwam. Iemand uit Rijsel die iets hoger wou camperen, is later op de avond compleet doorweekt teruggekeerd. Met verhalen van verse sneeuw onder 2000 m. Voor mij dus hoog tijd om aan een plan B voor morgen te werken.

zondag 25 mei 2014

Todo cambia - alles verandert

De etappe van Le Boreon naar St-Dalmas Valdeblore over Col de Barn was heel mooi maar vrij zwaar. Ik ben blij dat er morgen enkele lager gelegen stukken komen waar je gewoon het pad volgt zonder al die leuke maar wel belastende dingen zoals sporen, oriënteren, sneeuwtype inschatten,...

Ondanks het weekend waren er op deze mooie dag weinig Fransen op pad. Allemaal gaan stemmen? Of is het omdat de Fransen vandaag moederdag vieren?
De ontmoeting van de dag was met vier Kortrijkse jonge gasten die vandaag aan een weekje GR begonnen. Ik kwam ze tegen net op de Col de Veilos. Op dit moment is dat een poort van één wereld (warm zuiders krekels groen dennebossen en bloemen...) naar een andere (sneeuw bevroren meren fris windje...). Ik kroop dus maar in de rol van de poortengel die de vier Thorgals diets moest maken welke gevaren er allemaal waren als ze het juiste pad zouden verlaten.

Vandaag viel het me speciaal op hoe veranderlijk alles is in de bergen. De gewone dingen : dooi en snelwisselende bloementapijten en het weer... Maar ook de snelheid en schaal van erosie of van wat een lawine kan aanrichten.

Of van hoe de bergen gebruikt worden. En hoe de landsgrenzen verschuiven. 150 jaar geleden was dit stukje land koninklijk jachtdomein van de latere koning van Italië. Om koning van Italië te worden had hij steun van Frankrijk nodig en in ruil werden Savoie en Nice overgedragen aan Frankrijk (bevestigd met een "volksraadpleging" die model stond voor die van Rusland in de Krim dit jaar). Heel Nice en achterland? Neen - het jachtdomein bleef Italiaans. En werd later (toen zo goed als alle steenbokken afgeknald waren) het eerste nationaal park van Europa. In WO2 was het dan weer een uitvalsbasis van waaruit Mussolini aanvallen lanceerde. Dus zette De Gaulle alles op alles om op het einde van de oorlog dit stuk toch Frans te maken. Resultaat : 2 nationale parken (Argentera en Mercantour) die sinds 2013 opnieuw als één geheel beheerd worden.