vrijdag 30 mei 2014

Close encounters of the third kind

Vandaag echt de Ubaye in. Bayasse ligt nog in een verre uithoek maar vandaag ging het naar Jausiers. Er zijn verschillende routes mogelijk; ik koos voor die over de Col de Restefond.
De Col de Restefond (Cime de la Bonette) is goed gekend bij wielrenners en auto/mototoeristen, omdat de hoogste verharde weg van Europa er passeert. Het is een speciaal geval. Bij een normale col gaat de weg tussen twee bergtoppen door. Hier op de Restefond volgt ie kilometers lang de kamlijn dus parallel met de bergtoppen ipv er tussendoor. De weg is sinds een week open voor verkeer. De verse sneeuw van gisterenavond maakte alles echt prachtig. De motards en autotoeristen moeten vreemd gekeken hebben toen er plots een wandelaar uit het witte decor opdook op hun zwarte asfaltlijn.
De afdaling volgde de lange vallei langs Lac de Sagnes. Met een paar herinneringen van een behoorlijke poos geleden.
Het Lac de Sagnes is een hoogveen, eerder uitzonderlijk in de Alpen. Het begon toen net de regenen. Die combinatie deed me uiteraard terugdenken aan Schotland en aan mijn wandelbuddy van toen, die me inwijdde in een superflexibele en geïnspireerde vorm van wandelen waar je je steeds aanpast aan wat er onderweg gebeurt of te zien is.
Het aankomen in de bijna stedelijke drukte van Jausiers ging gelukkig heel geleidelijk. En toevallig ook langs de favoriete plekjes en het huisje van een familievakantie toen ik 14 was. Nooit terugkomen naar een plek met echt mooie herinneringen, zeggen ze. Dat was hier ook zo. Het spookdorp l'Ubac waar we toen de gezelligste barbecues ooit deden, is grotendeels omgevormd tot een intensieve schapenvetmesterij.
PS voor mensen in de bouw met projecten die vertraging oplopen: tussen de opdracht door Napoleon III in 1860 en de afwerking van de pasweg ... zit een eeuw! De eindafwerking was voor 1964 maar 2 jaar ervoor was het er al goed genoeg voor de Tour de France.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten